Afvalwater dat geloosd wordt op het riool of op het oppervlaktewater dient via een afscheider behandeld te worden.
Afhankelijk van de lozingsbestemming moet het water behandeld worden met een klasse I of een klasse II afscheider. Over het algemeen geldt dat voor lozing op het oppervlaktewater een klasse I afscheider vereist is, daar gaat dit afscheider capaciteit berekeningstool dan ook van uit.
Neem eventueel contact op met de vergunningverlener voor specifieke eisen / toestemmingen.
Factor (Fx): 0.00
Toelichting: Plaatsing
In veruit de meeste gevallen zullen olieafscheiders van het type aardinbouw zijn. U kunt echter ook voor een vrij opstelling kiezen, qua berekening maakt dat niet uit. De afscheider zelf is natuurlijk wel anders en daar houdt het tool geen rekening mee .
ACO adviseert u graag over de mogelijkheden van een vrij opstelling afscheider. ACO contact
Toelichting: Installatiesoort
De meest economische olieafscheiders zijn olieafscheiders met geïntegreerde slibvangcapaciteit.
U kunt ook kiezen voor een losse voorgeschakelde slibvangput.
Voor deze systemen geeft dit programma geen systeemconfiguratie, voor de capaciteitsberekening heeft dit echter geen invloed op de uitkomst.
ACO adviseert u graag over de mogelijkheden van een afscheider met voorgeschakelde slibvangput. ACO contact
Dichtheid: 0.00Factor (Fd): 0.00
Toelichting: Dichtheidsfactor
Het afscheidende vermogen van een afscheider is afhankelijk van de soort stof met zijn specifieke dichtheid. Dit programma heeft de 3 meest voorkomende stoffen en maakt een voorselectie op basis van wat logischerwijs verwacht wordt bij de gekozen toepassing.
De voorselectie kan eenvoudig aangepast worden naar een andere groep stoffen, bij een combinatie van stoffen dient altijd de stof met de hoogste dichtheid gekozen te worden.
ACO adviseert u graag bij de keuze van specifieke industriële stoffen en/of toepassingen indien de voorselectiemogelijkheden van dit tool niet toereikend zijn. ACO contact
Factor (Ff): 0.00
Toelichting: Fame Factor
De ontwikkeling van (diesel)motoren is geënt op een lager brandstofverbruik en een lagere uitstoot van schadelijke stoffen. Om die reden wordt er ook hard gewerkt aan “bijmengen” van biodiesel. B5% FAME (fatty acid methyl ester) is al heel normaal aan het worden en er wordt gesproken om dit te gaan optrekken naar B7%, 7% FAME factor dus. ACO afscheiders zijn bestand tegen Biodiesel en bij de berekening van de nominale grootte kan daar al wel rekening mee worden gehouden. FAME beïnvloed namelijk het afscheidingsproces.
Om die reden heeft ACO (alvast) de FAME factor geïntegreerd. Standaard staat deze op “geen” maar u kunt ook uit de verschillende voorgeselecteerde FAME percentages kiezen indien dat al van toepassing is of gaat worden.
Fame factor
B% <=2
2 < B% <=5
5 < B% <=10
B% > 10
S-II-P
1.00
1.25
1.50
1.75
S-I-P
1.00
1.00
1.25
1.50
S-I-II-P
1.00
1.00
1.00
1.25
Toelichting: Klasse
Olieafscheiders zijn er is 3 verschillende klassen, klasse I, II en een combi van I-II.
Deze klasse bepaalt niet alleen de olie effluentrestwaarde (mg/l) maar ook mede de nominale grootte van de afscheider. Een klasse I afscheider kan daarmee wel eens kleiner uitvallen dan een klasse II. Voor een gecombineerde klasse I-II kan het mogelijk nog gunstiger zijn.
ACO adviseert u graag bij de mogelijkheden van een gecombineerde klasse I-II olieafscheider. ACO contact
Gegevens en geselecteerde afscheider
Om de berekening en uitkomst te mail/printen moet de projectnaam en plaats zijn ingevuld.
Er is een mail naar u gestuurd met het resultaat van deze calculatie.
Toelichting: Printen & Mailen
Vul uw projectnaam, projectplaats en het uw e-mailadres in om te kunnen printen / mailen.
Selecteer aansluitingen
Regenwater (Qr)
m2
Toelichting: Regenwater
Vul hier de oppervlakte(n) in van het beregende terrein dat loost via de afscheider.
Voor wat betreft de regenintensiteit gaan wij standaard uit van 150 l/s/ha maar deze is eenvoudig aan te passen indien daar aanleiding voor is.
Wanneer een gedeelte voorzien is van een luifel moet dit toegevoegd worden aan het beregende oppervlak. Op dit oppervlak mag volgens de norm een reductie worden toegepast. In dit capaciteitsprogramma rekenen wij 40% van het overluifelde oppervlak mee.
Vaak zal een afscheider zowel afvalwater (Qs) als regenwater (Qr) verwerken. Wanneer het zeer onwaarschijnlijk is dat beide maximale stromen tegelijkertijd voorkomen, mag men na berekening van QS en QR afzonderlijk grootst berekende afscheider aanhouden.
m2
l/s/ha
Totaal Regenwater (Qr): l/s 0.00
Tappunten (Qs1)
Toelichting: Tappunten
Tappunten (Qs1). Geef hier het aantal kranen (tappunten) aan. Wij gaan hier uit van een standaard druk van 2.5 Bar maar deze is eenvoudig aan te passen indien daar aanleiding voor is.
Kranen waarop een hogedrukapparaat is aangesloten blijven hier buiten beschouwing.
0.00 l/s
0.00 l/s
0.00 l/s
2.50 bar
Totaal Tappunten (Qs1): 0.00
l/s
Wasstraten (Qs2)
Toelichting: Wasstraten
Wasstraten (Qs2). Geef hier het aantal automatische wasstraten aan (geen wasboxen). Wij gaan hier uit van een hoge druk (>20bar) wasstraat. Voor iedere geïntegreerde hogedrukreiniger wordt bij Qs3 1l/s extra debiet gerekend.
Bij hergebruik van water en een overloop naar het riool is een reductie van Qs2 niet toegestaan.
Wasboxen kunnen worden ingegeven bij vrijstaande hogedrukreinigers (Qs3)
Totaal wasstraten (Qs2):0.00 l/s
Hogedruk apparaten (Qs3)
Toelichting: Hogedruk reinigers
Hogedrukreinigers (Qs3). Geef hier het aantal vrijstaande hogedrukreinigers (dus niet die geïntegreerd zijn in de wasstraat) aan.
Bij “wasboxen” wordt alleen met hogedrukreinigers rekening gehouden. Een hogedrukapparaat met meerdere lansen wordt als 1 hogedrukreiniger gerekend.